Mijn broer had de dood al besteld. Op woensdag 13 april 2011, rond een uur of zeven ’s avonds, zou de overdracht plaatsvinden.
De avond tevoren, tegen tienen, vond ik op zijn iPhone een filmpje dat hij zelf had gemaakt. Beelden die hij met z’n telefoon op z’n buik had opgenomen terwijl hij weer eens op transport was in het ziekenhuis, op weg naar de volgende chemo.
‘Frans, ik wil dit filmpje gebruiken.’
‘Verdomd, helemaal vergeten. Daar moet je <i>Der Weg</i> onder zetten, van Herbert Grönemeyer.’
Nog steeds zoals altijd: volledige controle. Tot z’n allerlaatste zucht.
Ik beloofde hem, dat hij het filmpje nog zou zien voor zijn dood. Nog 21 uur te gaan – je mocht gerust van een strakke deadline spreken.
En hij heeft het filmpje gezien. Veel hoefde ik er ook niet aan te doen. De beelden vertragen, wat kleurcorrectie en het lied eronder, klaar. Frans was hevig geroerd door de beelden die hij zelf had opgenomen. ‘Dit is mijn eenzaamheid, mijn angst en mijn wanhoop.’
Meteen daarna ontfermde de morfine, die hij tot twee dagen voor zijn dood had geweigerd, zich weer over hem. Terwijl ik aan de keukentafel schoof voor een paar laatste wijziginen, riep hij vanuit zijn bed in de woonkamer: ‘En als bepaalde militante groeperingen aanstoot nemen aan het filmpje, dan kunnen ze zich tot mij wenden.’