Bij de dood van Simon Vinkenoog

Share

‘Ik lach me een beroerte!’ brulde hij. En nogmaals. En nogmaals. Vooralsnog scheen hij niet van plan daarmee te stoppen. Mijn schuld, al was ik mij van geen schuld bewust. En iedereen kijken natuurlijk en iedereen natuurlijk denken dat Simon Vinkenoog zich een beroerte lachte om een adembenemende domheid die ik zojuist uit mijn mond had gestoten.
In het najaar van 1988 waren Jan Mulder en Simon Vinkenoog te gast in het Nijmeegse Diogenes, het studentenhol dat zich jarenlang liefdevol over minimaal een derde deel van mijn studiebeurs ontfermde. Als Neerlandici in wording, mochten mijn studiemakkers en ik die avond natuurlijk niet aan ons voorbij laten gaan. ‘Maar Simon, vind je die Johnny van Doorn nou nog steeds écht leuk?’ Meer dan dat, had ik niet op mijn geweten. Slechts een onschuldige poging tot het begin van een aanzet tot een mogelijk gesprek dat ik eventueel met hem zou kunnen hebben terwijl wij na afloop van zijn optreden aan de bar hingen. Zomaaar een openingsvraagje nadat mijn vierde of vijfde poging tot toevallig oogcontact wel succesvol bleek. Over Johnnie van Doorn ging een goed deel van het interview met Vinkenoog die avond en met Van Doorn had ik betrekkelijk weinig op. ‘Ik lach me een beroerte! En nu deed hij er nog een soort dansje bovenop.
Ik wist mij nauwelijks raad. Net 23 jaar oud had ik tot dan toe uitsluitend tamelijk normale mensen ontmoet die op een vraag doorgaans een antwoord retourneerden. Lang niet altijd het juiste, het gewenste of verwachte antwoord, maar toch op z’n minst een in menselijke taal gegoten reactie op de vraag.
Natuurlijk, zeg ik nu, had ik beter kunnen vragen wat hij wilde drinken, maar dat doe je natuurlijk alleen als je daadwerkelijk van plan bent en financieel ertoe in staat om vervolgens de gevraagde consumptie aan te bieden. Zulk een buitensporige gulheid kon ik mij in die dagen echter beslist niet veroorloven. De kernwapenwedloop, die kwestie speelde toen natuurlijk ook nadrukkelijk, maar bovenal en allereerst wijdden wij ons toch avond aan avond aan de oplossing van dit veel nijpender probleem: hoe krijgen we de lege glazen weer vol? De foto die op de avond van Vinkenoogs optreden werd gemaakt, illustreert de urgentie: lege glazen, op een enkel glas na. Dat ene volle glas was natuurlijk weer van Marc Goossens, tweede van links, wiens glas nooit leegraakte. Wat kon die goser langzaam drinken zeg, werkelijk ongeëvenaard!
‘Ik lach me een beroerte!’
Aan de erkende langzaamdrinker Marc had ik het waarschijnlijk te danken dat Vinkenoog weer bij zinnen kwam. Edith, SImon’s lief, scheen Marc nogal een leuke jongen te vinden en die twee zaten al een hele poos gezellig te keuvelen. Simon, een tikkeltje jaloers, wilde meekeuvelen Simon Vinkenoog trouwde een jaar later met Edith. Twintig jaar later, vannacht, vlak voordat ik naar bed ging, las ik dat zij bekend had gemaakt dat Simon stervende was en vanochtend las ik dat hij is overleden. Doodsoorzaak: een beroerte. Simon hield woord.