Kleine jongen (4): elke dag een schone onderbroek

Share
Sinds ik mij aan het ouderlijk gezag onttrok – een jongen nog, nauwelijks achttien jaar – heb ik gezondigd tegen nagenoeg elke opvoedkundige wet mij door mijn moeder ooit gesteld. In weerwil van vele plechtige beloften, heb ik wel degelijk ooit drugs gebruikt – al werd ik nooit een gebruiker. Ook heb ik een periode ’s nachts geleefd en overdag geslapen in plaats van andersom, heb ik vreemde vrouwen gepenetreerd zonder condoom en zonder zelfs maar de moeite te nemen naar eerdere intieme contacten te informeren of hen aan een inwendige inspectie te onderwerpen. Voorts heb ik na thuiskomst uit de kroeg, dronken uiteraard, de frietpot op het vuur gezet, heb ik vervolgens zelfs nog sigaretten liggen roken in bed waarbij ik eenmaal aan de dood ben ontsnapt: ik ontwaakte onder een dekbed met daarin een smeulgat ter grootte van een poedel. In het café hield ik ook lang niet altijd, bijna nooit eigenlijk, mijn glas scherp in de gaten en aanvaardde ik menigmaal drank van volslagen onbekenden, waarmee ik kwaadwillenden een uitgelezen kans bood om ongezien ‘een goedje’ in mijn drank te mikken dat slaperig en willoos maakt, waarna zij mij eenvoudig hadden kunnen meevoeren om mij tegen mijn wil in te lijven bij het Vreemdelingenlegioen – een beproefde tactiek, dat hebben ze destijds ook met die jongen van De Haas uit de Narcissensingel gedaan die twee jaar later deserteerde en die ze toen in het huis van zijn ouders zijn komen vermoorden.

Al die overtredingen van mijn moeders wetten brachten mij nooit in grote problemen. Weliswaar liep ik dikwijls in zeven sloten tegelijk, maar dat waren toch altijd andere sloten dan die waarin zij mij in doorwaakte nachten zag verzuipen. Maar er is één moederwet waartegen ik nimmer heb gezondigd, tenzij door overmacht, een hoogstenkele keer: ‘Trek elke dag een schone onderbroek aan.’

Je hoeft je niet schuldig te voelen hoor, jongen. Ik weet, dat ik dit alles voor de ballen van Jetje zit op te schrijven, dat je mijn adviezen in de wind zult slaan en mijn ‘regels’ zal negeren. Ik reken daar niet alleen op, ik eis het zelfs van je. Ik verbied je mij te gehoorzamen.
Maar al lap je alles wat ik zeg of schrijf aan je laars, neem dit toch asjeblieft ter harte.
Regel 1: trek elke dag een schone onderbroek aan.
Regel 2: heb effe lekker schijt aan regel 1.
Ik kom hier nog op terug.