Gustav Statif, aan wie we de uitvinding van het camerastatief te danken hebben, was niet voor het geluk in de wieg gelegd. Als ziekelijk kind van straatarme Tsjechische ouders – zijn vader was kolenboer, zijn moeder werd dood geboren – moest hij vechten voor elke ademtocht. Negen jaar oud bouwde Gustav zijn eerste camera. De lens sleep hij zelf uit de bodem van een weckfles. Hij was een begenadigd en veelgevraagd fotograaf op het moment dat hij door de Ziekte van Parkinson werd getroffen. Halsstarrig weigerde hij zich in zijn lot te schikken, hetgeen hem uiteindelijk tot de uitvinding bracht waarvoor iedere fotograaf hem nog dagelijks zou moeten danken: het statief. Maar niemand die hem daarvoor nog dankt; Gustav Statif is geheel en al vergeten.
Marcel Maassen eert deze man die veel eer toekomt met een vuistdikke, wetenschappelijke biografie. Het is een tragisch, maar tegelijkertijd opwekkend en inspirerend levensverhaal van een man die bedankte voor z’n lot.